Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Die zeiden tot God: [29]Wijk van ons! En wat had de Almachtige hun gedaan? 29. Dit zijn de woorden, die Job tevoren verhaald had van de goddelozen, die in rijkdom en weelde oud werden; boven, hfdst.21 vs.14. Deze keert nu Elifaz tot zijn rede, zeggende dat de doden door plagen in het algemeen, of den zondvloed in het bijzonder, omgekomen waren, omdat zij deze woorden gesproken hadden.